Op 3 oktober 2024 was het 450 jaar geleden dat Leiden werd ontzet. Na de grootse viering van het Ontzet in 2024 gaat het historische verhaal verder. De Opstand tegen de Spanjaarden hield bij Leiden niet op. Wat gebeurde er met de stad, met de Nederlanden, met de hoofdpersonen en met de Opstand na 1574? U leest het in de column Leidens Ontzet van A tot Z, met dit keer als onderwerp: De ‘geboorte’ van de Nederlanden.
De Spaanse Furie in Antwerpen in 1576 had niet alleen veel slachtoffers en een half afgebrande stad als gevolg, tevens wakkerde het de angst tegen de Spaanse soldaten verder aan. Dat gold vooral in de Noordelijke gewesten. Die waren na de inname van Oudewater in 1575 en het daaropvolgende beleg van Woerden blij dat de Spanjaarden eindelijk zuidwaarts getrokken waren. De Spaanse razernij in Antwerpen ging echter als een lopend vuurtje door de Nederlanden. Om een gezamenlijke vuist de maken gingen de noordelijke gewesten intensiever met elkaar samenwerken. Doel was om vooral de Spaanse soldaten uit het gebied te laten verdwijnen. Op 8 november 1576 werd op initiatief van de gewesten Holland, Zeeland en Utrecht in Gent de gelijknamige Pacificatie getekend. Het was een vrede voor de Nederlanden en een oproep aan de Spanjaarden om hun (muitende) soldaten te laten vertrekken.
De Pacificatie van Gent hield echter niet lang stand. Vooral het in de Pacificatie opgenomen punt van de geloofsvrijheid vond in de praktijk nauwelijks navolging. Katholiek en calvinist moesten naast elkaar kunnen samenleven, zo was vooral de gedachte van Willem van Oranje. Dat lukte in de praktijk nauwelijks. Gevolg was dat de Nederlanden langs religieuze lijnen in tweeën uiteenviel: Het (overwegend) calvinistische noorden en het katholieke zuiden. Op 6 januari 1579 kozen de zuidelijke gewesten om zich te verzoenen met de katholieke Spaanse koning. Dat legden ze vast in de Unie van Atrecht. De noordelijke gewesten sloten eenzelfde verdrag namelijk de Unie van Utrecht. Zij kozen niet de kant van de Spaanse koning maar kwamen gezamenlijk in het geweer tegen de steeds verder naar het noorden oprukkende Spaanse legers. De noordelijke gewesten spraken af dat ze gezamenlijk ten strijde zouden trekken met een gezamenlijk opgebouwd leger.
Formeel was Filips II na de Pacificatie van Gent en Unie van Utrecht nog steeds de legitieme vorst over de hele Nederlanden. Daar kwam in 1581 verandering in. Op 26 juli van dat jaar tekenden de noordelijke gewesten de Acte van Verlatinghe. Hiermee zegden de gewesten de Spaanse vorst formeel de wacht aan. Ze kozen ervoor om de zogenaamde soevereiniteit in eigen hand te nemen en de Spaanse koning af te zweren. De noordelijke Nederlanden werden hiermee een republiek. Dat was uniek in Europa. Nergens anders bestond er een land waar geen koning aan het roer stond. De Acte wordt ook wel gezien als de onafhankelijkheidsverklaring en/of de geboortepapieren van de Nederlanden. Met het tekenen van de Acte is het Nederland zoals we dat nu kennen geboren.
Bron Afbeelding: Titelblad van de Acte van Verlatinghe, in 1581 geprint door de Leidse drukker Carel Silvius – Collecte Staten-Generaal