De onfortuinlijke Glipper Leeuwken

De onfortuinlijke Glipper Leeuwken

Hij was er bijna, de 16-jarige jongen luisterend naar de naam Leeuwken. Hij had zich bijna na een flinke worsteling uit zijn benarde positie bevrijdt. Leeuwken was even daarvoor met een touw aan zijn voet ondersteboven aan een staak gehangen. Hij bloedde hevig maar hij leefde nog. Met alle kracht die hij bezat, probeerde hij zijn voet los te krijgen. Eenmaal los zou hij zo snel als mogelijk in de richting van Leiden rennen om aan de Spanjaarden te ontkomen. Vanuit de plekken waar eens zijn neus, zijn lippen en zijn oren zaten, zal het bloed tijdens de worsteling om zichzelf te bevrijden gegutst zijn. De Spanjaarden, door wie hij gepakt was, hadden hem namelijk eerst zijn neus, zijn lippen en zijn oren afgesneden voordat ze hem ondersteboven aan een staak vlak bij de stadsmuur hadden neergezet.

De Spaanse soldaten die hem verminkt hadden, stonden waarschijnlijk lachend toe te kijken. Wie weet maakten ze hem wel belachelijk. Leeuwken zal het niet gehoord hebben. Niet alleen waren zijn oren er zojuist afgesneden, maar ook was hij druk bezig om zichzelf te bevrijden. Net voordat Leeuwken de laatste handelingen wilde verrichten om zichzelf daadwerkelijk te bevrijden uit zijn benarde positie, moet een van de Spaanse soldaten naar Leeuwken toe zijn gelopen. Wie weet hadden ze wel een woordenwisseling, wie weet speelde Leeuwken wel de vermoorde onschuld in de hoop dat de soldaat niet zou zien dat hij zichzelf bijna gered had. Wie weet schreeuwde Leeuwken wel om genade. Het mocht niet baten. De Spanjaard schoot Leeuwken zonder aarzelen door zijn hoofd. Spartelen en worstelen deed Leeuwken niet meer, laat staan bewegen. Hij moet op slag dood geweest zijn.

Wie weet hebben Leidenaren al staand op de stadsmuren het macabere schouwspel wel gezien. Wie weet werden de Leidenaren wel bang en angstig. Waren de Spanjaarden zelfs hiertoe in staat? Was dit het lot van een Glipper, iemand die de stad ontvlucht was? Ze lieten het wel uit hun hoofd om de stad uit te glippen. Voor je het wist hadden de Spanjaarden je te pakken en eindigde je net zoals Leeuwken dood ondersteboven hangend aan een staak zonder neus, lippen en oren. Of wie weet eindigde je wel zoals de vrouw die de stad ontvlucht was die zonder kleren weer teruggestuurd werd. Dat was nog een genadige variant van hoe de Spanjaarden omgingen met Leidenaren die uit de stad geglipt waren. Leeuwken had de meest harde variant te maken gekregen. Die kon het niet meer navertellen.

Bron afbeelding: Soldaat die zijn roer met zijn linkerhand schuin omhoog gericht vasthoudt, Jacques de Gheyn (II), 1596 – 1606 – Collectie Rijksmuseum Amsterdam

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram

Gerelateerde berichten

Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!