Wegwezen moesten ze en het liefst zo snel mogelijk. Daarom kozen de Geuzen de Noordzee op omdat ze van koningin Elisabeth niet langer in de Engelse havenplaatsen gedoogd werden. De Geuzen waren allegaartje van gevluchte Nederlanders die bij gebrek aan alternatief zich bij de Geuzen hadden aangesloten. Een ding hadden ze gemeen namelijk hun afkeer tegen de katholieke kerk en de katholieke landvoogd Alva. Hun inkomen vergaarde ze door de kaapvaart (een soort piraterij). Willem van Oranje had de Geuzen kaperbrieven gegeven waarmee het overmeesteren, enteren en leegroven van schepen werd gelegitimeerd. Maar de Geuzen plunderden tijdens zogenaamde landgangen ook steden en dorpen op het land. Omdat koningin Elisabeth het roven en plunderen van de Geuzen in Engelse havenplaatsen zat was, gaf ze de Geuzen de opdracht om te vertrekken. Dat deden ze eind maart 1572 dan ook.
Dolend over de Noordzee kwamen de Geuzen op 1 april 1572 bij toeval aan in Den Briel. Het was eigenlijk de bedoeling om het stadje te plunderen en weer het ruime sop te kiezen, maar de plannen wijzigde. De Geuzen besloten om er te blijven. Ze beukten de Noordpoort in en namen ‘in naam van Oranje’ bezit van de stad. Na het horen van het nieuws over de inname van Den Briel schijnt Alva iets gezegd te hebben als ‘no es Nada’; het is niets! Dat was een misvatting! Veel Hollandse steden, waaronder Leiden, kozen de kant van Oranje en sloten de poorten voor de Spanjaarden. Op 1 april verloor Alva dus niet alleen zijn bril (Den Briel) maar nog veel meer steden.
De leider van de geuzen was Willem van der Marck, heer van Lumey. Een echte rauwdouwer die de Engelsen liever kwijt dan rijk waren. De in Lummen geboren Lumey stond bekend als agressief en wanneer hij een borrel te veel op had werd hij ronduit vijandig tegen katholieken. Bekend is het verhaal van de katholieke geestelijke Musius, vriend van Willem van Oranje die op 10 december 1572 werd door Lumey werd opgepakt en naar Leiden werd gebracht. Willem van Oranje had Lumey uitdrukkelijk verboden om door te gaan met het martelen en vermoorden van geestelijken maar daar had Lumey geen boodschap aan. Musius werd gruwelijk gemarteld en uiteindelijk opgehangen. Het was dan ook niet zo gek dat Oranje van deze geuzenleider af wilde. Dat lukte uiteindelijk in mei 1574 toen Lumey uit Holland werd verbannen en terugkeerde naar zijn geboortegrond in het prinsbisdom Luik. Saillant detail: na zijn thuiskomst keerde Lumey ook weer terug in de schoot van de katholieke moederkerk.
Bron afbeelding: Willem II van der Marck, heer van Lumey – Nationaal Archief