deel 14 – de inname van Mechelen (1572)

deel 14 – de inname van Mechelen (1572)

‘Op 1 April verliest Alva zijn bril’ zo luidt het welbekende spreekwoord. Met ‘zijn bril’ wordt het Hollandse stadje Den Briel bedoeld. “No es Nada” had Alva gezegd nadat hij hoorde van de inname van Den Briel op 1 april 1572; “Het is niets”. Dat Hollandse spreekwoord gaat echter nog verder namelijk ‘…en op aprilletje zes verloor Alva zijn fles’. Met ‘zijn fles’ wordt de Zeeuwse stad Vlissingen bedoeld die op 6 april 1572 overging naar de kant van Willem van Oranjes opstand. Daar kon Alva niet over zeggen dat het ‘nada’ was. Vlissingen een belangrijke stad vooral vanwege de strategische ligging aan de monding van de Schelde. Alle schepen die van en naar de machtige havenstad Antwerpen gingen moesten langs Vlissingen. Wie Vlissingen beheerste, beheerste de Schelde en beheerste dus ook de handel op Antwerpen.

 

De val van Den Briel en Vlissingen had verregaande gevolgen voor Alva. Veel meer steden, inclusief Leiden, kozen in de maanden daarna de kant van de Opstand. De kant van Willem van Oranje. Om de opstandige steden te hulp te schieten begon Willem van Oranje in de zomer van 1572 samen met zijn Broer Lodewijk en zijn zwager Willem van den Bergh aan zijn twee invasie van de Nederlanden. Waar Willem van den Bergh nog wat overwinningen haalden in Gelre (Gelderland) en de Achterhoek, werden Willem van Oranje en Lodewijk in Vlaanderen door de Spanjaarden verslagen. De tweede veldtocht liep op een mislukking uit. Ook Alva kwam in actie. Hij stuurde in augustus 1572 zijn zoon Don Frederik op een strafexpeditie door de Nederlanden om de opstandige steden weer aan Spaanse zijde te krijgen. Don Frederik was een gehaat man, zowel in de Nederlanden als aan het Spaanse hof in Spanje. Veel vrienden had hij niet, maar vijanden des te meer.

 

De eerste stad op het pad van Frederik was het opstandige Mechelen. Eind september werd de stad belegerd. Eerder had hij Valencijn (Valenciennes), universiteitsstad Leuven en Bergen (Mons) al ingenomen. Nu was Mechelen aan de beurt. Op 1 oktober gaf geuzenleider Bernard de Merode zich over en verliet Mechelen via de achterdeur. En dag later, op 2 oktober trokken de troepen van Frederik Mechelen binnen. Wat volgde was een orgie van geweld. Drie dagen lang werd de stad geplunderd en werd er gemoord. Frederik wilde van Mechelen een voorbeeld maken van wat er met de opstandige steden zou gebeuren als ze niet terug zouden keren aan Spaanse zijde. Na Mechelen trok Frederik naar het noorden. Zutphen kwam al snel in het vizier te liggen.

 

Bron afbeelding: De Spaanse Furie van Hans Bol uit 1590 – Hof van Busleyden

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram

Gerelateerde berichten

Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!