deel 16 – De inname van Naarden (1572)

deel 16 – De inname van Naarden (1572)

“Ze gaan als dollemannen tekeer” zo schreef Lambertus Hortensius, rector van de Latijnse School in Naarden in zijn dagverhaal Opkomst en Ondergang van Naarden over de inname van Naarden in december 1572. Nadat in Zutphen is huisgehouden, begaven de legers van Don Frederik zich richting het opstandige Holland. De eerste stad die aan de beurt was, was Naarden. En dat was op zichzelf best vreemd: Naarden was helemaal niet zo’n opstandige stad geweest. In 1566 vond er bijvoorbeeld geen Beeldenstorm plaats. Toch voelde Naarden na Zutphen wel nattigheid. Het stuurde dagelijks een bode richting de Veluwe om te kijken waar de Spaanse troepen zich bevonden en welke kant ze afbogen. Uiteindelijk was dat in de richting van Naarden waar de Spanjaarden op 30 november 1572 voor de poorten stonden.

 

Met een valstrik werd Naarden uiteindelijk ingenomen. Op 1 december ging er een zevental onderhandelaars uit Naarden, waaronder Hortensius, naar de Spaanse Veldheer Julian Romero om te praten over een vreedzame overgave. Romero ging akkoord en kreeg de sleutels van de stad in handen. Romero deed te belofte om de Naarden vreedzaam in te nemen. De volgende dag, 2 december, zou hij in de stad zijn voorwaarden voor een vreedzame inname bekend te maken. De volgende dag verzamelden zich 500 mannen bij het Spaanse Huis, toen het Raadhuis van Naarden om naar Romero te komen luisteren. Het bleek een valstrik te zijn. Nadat er hoorngeschal had geklonken, kwamen tot op de tanden toe bewapende Spaanse soldaten tevoorschijn die in koele bloede de inwoners van Naarden afslachtten. Het geschreeuw was in de hele stad te horen. Niemand ontkwam aan de geweldsexplosie van de Spanjaarden. Man of vrouw, Protestant of Katholiek, jong of oud, iedereen die in het vizier van de Spanjaarden kwam, was zijn of haar leven niet zeker. Lijken werden ontdaan van hun kleding en lagen op last van Romero nog weken op straat. Uit de naburige dorpen kwamen mensen naar Naarden om van de Spanjaarden de geroofde buit te kopen.

 

Hortensius ontspringt de dans op wonderbaarlijke wijze. Terwijl zijn huis werd binnengevallen en hij het mes op zijn keel kreeg, werd hij herkend als degene ‘die ze nodig hebben’. Kennelijk hadden de Spaanse soldaten de instructie gekregen om Hortensius niets aan te doen. Hij kreeg een vrijgeleide uit de stad waarbij hij zelfs een aantal boeken uit zijn omvangrijke boekencollectie mocht meenemen. Zijn zoon Augustinus overleefde het niet. Voor de ogen van Hortensius zelf werd zijn zoon door Spaanse soldaten vermoord. Hij was een van de ruim 800 inwoners van Naarden die het Bloedbad niet overleefde.

 

Afbeelding: Het Spaanse Huis Turfpoortstraat 27 Naarden-Vesting – bron: Wikipedia

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram

Gerelateerde berichten

Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!