Tussen het ontzet van Alkmaar en het Beleg van Leiden troffen de Spanjaarden en de Geuzen elkaar nog een keer. Op de Zuiderzee kwam het tot een confrontatie tussen de vloot van de Spanjaarden en die van de Geuzen. Op het eerste gezicht leek dit een oneerlijke strijd. De Spanjaarden konden gebruik maken van een fonkelnieuwe, in Amsterdam gebouwde vloot van 12 schepen waarvan het vlaggenschip nog de meeste indruk maakte. Niet alleen vanwege de gigantische omvang van het schip en het zware geschut dat aan boort was, maar ook vanwege de naam ervan. Het vlaggenschip droeg de naam De Inquisitie, misschien wel het meest gehate en angstaanjagende onderdeel van de Spaanse rechtspraak. Wat eveneens angst inboezemde was dat de door Spanje aangestelde stadhouder Boussu (Holland had in die tijd 2 stadhouders, één spaansgezinde en één prinsgezinde) de Spaanse vloot zou aanvoeren.
De vloot van de Geuzen was een stuk groter dan die van de Spanjaarden. Ze brachten 25 schepen op het water, maar meer dan bewapende vissersboten waren dat niet. Zwaar geschut was niet voorhanden, laat staan munitie om de Spaanse vloot serieus te lijf te gaan. De Geuzen konden slechts doen waar ze afgelopen jaren op de Noordzee ervaring in hadden opgedaan en waar ze dus goed in geworden waren namelijk het enteren van de Spaanse schepen en op het dek laten aankomen op man-tegen-man-gevechten. Op 5 oktober begonnen op de Zuiderzee de beschietingen. Pas toen de wind voor de Geuzen ongunstig kwam te staan, hielden de beschietingen op. De Geuzen werden door een veranderende de wind in de richting van Hoorn geblazen. Daar kwam het op 11 oktober op het Hoornsche Hop tot een frontale confrontatie tussen beide vloten.
Matroos Jan Haring -geweldige naam voor een matroos trouwens- werd de held van de dag, al moest hij dat met de dood bekopen. Nadat de Inquisitie geënterd was, klom Jan Haring aan boord van het Spaanse vlaggenschip, klom de mast van het schip in, sneed de admiraalsvlag los en ging weer terug naar beneden. Onderweg werd hij door oplettende Spaanse soldaten uit de mast geschoten. Dodelijk getroffen viel hij neer in de Zuiderzee. Een domme roekeloze actie? Niet echt! Veel andere Spaanse schepen sloegen op de vlucht omdat ze nergens de admiraalsvlag meer konden bekennen. De gedachte was dat Boussu was gevlucht en dus volgden ze zijn voorbeeld, Boussu alleen achterlatend. Die gaf zich in ruil voor een vrije aftocht van zijn manschappen aan de Geuzen over. Jan Haring besliste met zijn klim de zeeslag die door de Geuzen werd gewonnen.
Afbeelding: De slag op de Zuiderzee, 1573 – Jan Theunisz. Blanckerhoff, 1663 – Collectie Rijksmuseum Amsterdam