Doorzetter, brok onverzettelijkheid, standvastig, held van het Beleg; bij het lezen van deze woorden denkt u waarschijnlijk niet direct aan Jan van Hout. Eerder aan Burgemeester Pieter van der Werf. Maar dat ‘frame’ is niet correct. Of Van der Werf echt zo standvastig was tijdens het Beleg is nog maar de vraag. In een brief aan Willem van Oranje beklaagde Jan van der Does zich over het feit dat Van der Werf wel heel erg geneigd was om over overgave te gaan onderhandelen met de Spanjaarden. In het heetst van de strijd verweet Van der Does Van der Werf het krijgen van knikkende knieën. De heldenstatus die Van der Werf vooral na het Ontzet gekregen heeft, is op z’n minst twijfelachtig te noemen. Jan van Hout daarentegen was het toonbeeld van onverzettelijkheid en standvastigheid. Het predicaat Held van het Ontzet zou bij Van Hout veel beter passen dan bij Van der Werf.

“Jan van Hout was samen met Jan van der Does en Dirk van Bronkhorst de echte Held van het Ontzet. Ook na het Ontzet speelde Van Hout een belangrijke rol in de wederopbouw van Leiden.”
Van Hout ligt in de Pieterskerk begraven. Over de exacte locatie is recent wat discussie ontstaan. Feit is dat er in de kerk een gedenksteen voor Jan van Hout te vinden samen met een beeltenis. Jan van Hout verdient veel meer credits voor zijn rol tijdens het Beleg en Ontzet van de stad dan dat hij nu krijgt. Hij speelde samen met zijn boezemvriend Jan van der Does en met Dirk van Bronkhorst een belangrijke, zo niet cruciale rol tijdens het dieptepunt en het hoogtepunt van de Leidse geschiedenis: het Beleg en Ontzet van Leiden. Na het ontzet zou Van Hout een grote rol spelen in de wederopbouw van de stad. Hij was tot zijn dood actief bij de Universiteit Leiden die een jaar na het Ontzet gesticht zou worden. Bovendien speelde hij een belangrijke rol in het aanleggen van een gemeentearchief. Een archief waar wij thans nog steeds de vruchten van plukken. En Van Hout speelde een cruciale rol bij de armenzorg in Leiden. Op geheel eigen wijze nam hij het initiatief om de hulp en zorg aan minder bedeelden te organiseren. Hij keek niet alleen om naar zijn stad maar ook naar de armen die er in de stad woonden. Ook dit rechtvaardigt het predicaat “Held van het Ontzet” voor Jan van Hout.