Willem van Oranje had vier broers, maar Lodewijk van Nassau was zijn favoriet. Lodewijk was onderhandelaar, diplomaat, adviseur, secretaris ofwel zijn steun en toeverlaat met wie hij alles overlegde. Willem had een grenzeloos groot vertrouwen in zijn broer. Zo stuurde hij Lodewijk regelmatig op pad om steun te krijgen voor zijn Opstand. Bijvoorbeeld in 1572 toen Lodewijk naar Frankrijk werd gestuurd om steun te krijgen van de Franse Hugenoten. In Frankrijk was er een grote calvinistische onderstroom die de Oranjes wel de helpende hand wilden toesteken in de strijd tegen de katholieke Spanjaarden. Lodewijk regelde niet alleen geld en wapentuig, maar ook soldaten voor de strijd. Van een gezamenlijke strijd tegen Spanje kwam het echter niet. Tijdens de zogenaamde Bartholomeusnacht van 23 op 24 augustus 1572 werden in heel Frankrijk Hugenotenleiders vermoord, iets wat het fundament onder de samenwerking tussen Lodewijk en de Hugenoten deed wegslaan. De Oranjes moesten zonder steun van de Hugenoten verder.

Lodewijk van Nassau
Lodewijk van Nassau werd op 10 januari 1538 geboren op de Dillenburg. Al snel groeide hij uit tot rechterhand van zijn oudere broer Willem. Hij stond hem bij met raad en daad, en werd door heel Europa gestuurd om samenwerkingsverbanden te smeden. Zeker nadat Willem van Oranje gebroken had met Spanje en aanvoerder van de Opstand werd, kreeg Lodewijk een steeds belangrijker rol. Lodewijk was een van de initiatiefnemers van het opgestelde Smeekschrift uit 1566 waarin de toenmalige landvoogdes Margaretha van Parma werd verzocht om de vervolging van ketters (de niet-katholieken) te matigen. Hiermee werd Lodewijk openlijk een van de aanvoerders van het verzet tegen de Spanjaarden. Hij volgde dus het pad dat zijn broer gegaan was.
Toen de Opstand overging in oorlog was Lodewijk één van Willems belangrijkste legeraanvoerders. Met zijn legers boekte Lodewijk een historische overwinning op de Spanjaarden tijdens de beroemde Slag bij Heiligerlee (1568). Deze gewonnen veldslag in het hoge noorden wordt over het algemeen gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Een paar weken na Heiligerlee verloor Lodewijk echter kansloos tijdens de Slag bij het vlak over de grens liggende Duitse Jemmingen (Jemgum). Ternauwernood wist hij na de nederlaag te ontkomen al zwemmend door de rivier de Eems. Succesvol zal hij met zijn legers niet meer zijn, ook niet tijdens de Slag op de Mookerheide. Niet alleen leed hij daar een vreselijke nederlaag, tevens moest hij het zelf met de dood bekopen. Lodewijk sneuvelt op de Mookerheide tot groot verdriet (uiteraard) van zijn broer Willem. Die verliest niet alleen een broer, maar ook een belangrijk raadgever en diplomaat. Willem moet alleen verder.
Bron van de afbeelding: Lodewijk van Nassau – Adriaen Thomasz. Key naar Anthonis Mor – Museu Nacional d’Art de Catalunya