Leidens Ontzet is niet een op zichzelf staand historisch feit. Leidens Ontzet was onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog die in 1568, zes jaar voor Leidens Ontzet begon. Maar eigenlijk begon het conflict al eerder. Voor het wanneer dan moeten we verder terug in de tijd namelijk naar 1555 om precies te zijn. Op 25 mei van dat jaar deed koning Karel V afstand van de troon. Zijn zoon Filips II volgt hem op. Filips erfde in 1555 een land dat door zijn vader Karel onder heerschappij van één en dezelfde vorst gebracht was. Na een langlopend conflict was in 1543 het laatste ‘opstandige’ gebied toegevoegd aan het koninkrijk van Karel namelijk het hertogdom Gelre (grofweg het huidige Gelderland). Een gebied met één vorst, op papier stond dat leuk natuurlijk, maar in de praktijk viel dat vies tegen. Veel gewesten hadden hun eigen wetten en regels, hun eigen munteenheden, hun eigen belastingheffing, hun eigen dialect, sommige gewesten hadden zelfs een andere tijdsaanduiding en de meeste gewesten hielden hun eigen heer, graaf, hertog of stadhouder. Het was een lappendeken aan gewesten die op papier wel, maar in de praktijk zeker niet een homogeen gebied vormden. Filips had weinig zin om voor iedere belasting of voor iedere wet, alle afzonderlijke gewesten langs te moeten voor steun. Als dat vanuit een centraal punt dan was dat een stuk makkelijker. Brussel leek Filips wel een aardig centraal gelegen plek.
De gewesten daarentegen hechtten veel waarde aan hun eigen gewoonten en gebruiken. Die hadden ze vaak in een eeuwenlang durend spel van geven en nemen van de vorst gekregen. Vaak hadden de gewesten ook flinke sommen geld aan de vorst betaald in ruil voor autonomie op hun eigen grondgebied. Door de eeuwen heen had het gewest Holland, maar ook een grote stad als Leiden veel macht -privileges-naar zich toegetrokken. Veel trek in het afstaan van hun rechten en het aannemen van bevelen vanuit Brussel hadden de Leidenaren niet, laat staan in inmenging van de vorst in allerlei Leidse zaken. Het gemor over de centralisatiepolitiek begon vrijwel direct na de komst van Filips in 1555. Het behoud van de privileges zou uitgroeien tot een van de twee redenen waarom de Vaderlandse Opstand in 1568 begon. Het was een van de redenen waarom Leiden in 1574 graag stand wilde houden en zich niet wilde laten innemen door de Spanjaarden. Het ging immers om Haec Libertatis Ergo ofwel Omwille van de Vrijheid. De eigen vrijheid welteverstaan.
Bron foto: Portret van keizer Karel V (1500-1558) – Titiaan – Mauritshuis, Den Haag.