deel 5 – Religietwisten

deel 5 – Religietwisten
Of hij op 31 oktober 1517 werkelijk zijn 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg gespijkerd heeft, is nog maar de vraag. Waarschijnlijker is het dat hij de brief met zijn stellingen aan een spijker opgehangen heeft aan de kerk om erover te kunnen discussiëren. In die tijd gebeurde het wel vaker dat meningen of stellingen aan de muur van een kerk gespijkerd werden. De gevolgen van de 95 stellingen van Maarten Luther waren ongekend. Luther trok fel van leer tegen de dominante rol die de Katholieke Kerk in het geloofsleven van veel mensen speelde. Hij schopte zelfs de nodige katholieke heilige huisjes omver. Niet lang na Luther deed de Franse rechtsgeleerde Johannes Calvijn hetzelfde. Met het Lutherisme en het Calvinisme is de reformatie geboren. Beiden geloofsstromingen vallen onder het protestantisme, ofwel een protest tegen de heersende Katholieke kerk.  

Toen Filips II in 1556 het koningschap over de Nederlanden van zijn vader Karel V overgedragen kreeg, erfde hij een gebied dat op papier een aaneengesloten gebied vormde onder leiding van één en dezelfde vorst. In de praktijk was het echter een lappendeken van verschillende gewesten met eigen regels en eigen bestuurders. Het gewest Holland bijvoorbeeld hoorde dan weliswaar bij het aangesloten Spaanse Rijk, maar het had een eigen stadhouder, eigen regels en belastingen. Filips wilde de gewesten graag vanuit een centraal punt besturen. Gewesten en steden wilden dat niet. Centraal bestuur ging onherroepelijk ten kosten van hun eigen autonomie. Het behoud van eigen zeggenschap zou een van de twee oorzaken van de Opstand zijn.

De tweede oorzaak was religie. Rond 1560 schoten de Calvinistische geloofsgemeenschappen als paddenstoelen uit de grond. Veel Nederlanders braken met de Katholieke Kerk en hingen de nieuwe geloofsleer van Calvijn aan. Steeds vaker eisten de gelovigen een eigen plek waar hun kerkdiensten konden worden gehouden. Dit was een doorn in het oog van de Spaanse koning die zichtzelf zag als hoeder van de Katholieke Kerk. De geloofsovertreders, ketters genaamd, werden steeds vaker vervolgd en ter dood veroordeeld. Ook de edelen in de Nederlanden flirtten steeds openlijker met de Calvinisten, iets dat de verhouding met de Spaanse machthebbers en de Spaanse koning verder onder druk zette. Margaretha van Parma, die sinds de 1559 de naar Spanje vertrokken Spaanse koning verving, kreeg te maken met religieuze twisten die voor steeds meer woeling in de samenleving zorgden. Privileges en religie, of Libertatis en Religionis, zouden dienen als de twee lonten in het Spaans-Nederlandse kruitvat. Het was alleen de vraag wanneer het kruitvat echt tot ontploffing zou komen.  

Bron foto: Portrait of John Calvin (1509–1564), by anonymous – Museum Catharijneconvent.jpg 

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram

Gerelateerde berichten

Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!