De Spaanse koning Filips II moet een rolberoerte gekregen hebben toen hij het nieuws over de Beeldenstorm in de Nederlanden hoorde. De vrome katholiek, die zichzelf zag als de beschermheer van de Katholieke Kerk, kon er waarschijnlijk met zijn gedachten niet bij dat mensen er toe in staat waren om het interieur van kerken en kerkelijke gebouwen vakkundig te slopen. Om nog maar niet te spreken over de ontheiliging van gewijde spullen. De Beeldenstormers trokken namelijk niet alleen de beelden van de muur, sneden wanddecoratie kapot en sloegen altaren in stukken, maar ze piesten ook in het zilveren servies en veegden hun kont af met altaarkleden. En de hosties, wat symbool staat voor het Lichaam van Jezus Christus voerden ze aan de vogels. In een streng katholieke samenleving werd dit lang voor onmogelijk gehouden.
Ondanks het feit dat landvoogdes Margaretha van Parma samen met edelen als Egmont en Horne eind 1566 de rust had laten terugkeren, besloot Filips dat het tijd was voor de harde hand. Hij beval één van zijn beste veldheren, de Hertog van Alva, om met een leger van maar liefst 10.000 man naar de Nederlanden te gaan om orde op zaken te stellen. Op 22 augustus 1567 kwam Alva aan in Brussel. Daar introduceerde hij al snel de Raad van Beroerten. Een bijzondere rechtbank met als doel om iedereen die op wat voor manier dan ok betroken was geweest bij de Beeldenstorm te berechten. Vanwege de vele berechtingen waarbij ook het nodige aan bloed vloeide, kreeg deze rechtbank snel de Bloedraad als bijnaam. Andersgelovigen waren als de dood voor de Bloedraad. Velen van hen vluchtten weg naar het buitenland. Naar het Duitse Emden of Wesel bijvoorbeeld. Of naar de Dillenburg zoals Willem van Oranje dat deed. De graven Egmont en Horne, samen met Willem van Oranje de machtigste edelen, bleven in de Nederlanden. Met fatale gevolgen.
Na de komst van Alva in 1567 was de rol van Margaretha van Parma uitgespeeld. Zij besloot dan ook na de komst van Alva om te stoppen als Landvoogdes. Alva nam haar taken over. Omdat Alva van mening was dat Egmont en Horne, ondanks hun hulp bij het laten terugkeren van de rust, een belangrijk aandeel hadden in gehad in de Beeldenstorm, werden zij op 9 september 1567 gevangen gezet en door de Bloedraad berecht. In een soort schijnproces werden ze schuldig bevonden aan hoogverraad. Daar stond een vonnis op: onthoofding. En dus werden Egmont en Horne vlak na elkaar op 5 juli 1568 op de Grote Markt in Brussel onthoofd.