Op 3 oktober 2024 is het 450 jaar geleden dat Leiden werd ontzet. In het jaar voorafgaand aan deze viering neemt historicus Joost Bleijie u in een wekelijkse column mee naar het verhaal van Leidens Ontzet. Wat gebeurde er voorafgaand aan het Ontzet, wie waren de hoofdrolspelers en hoe ging het Beleg en het Ontzet daadwerkelijk? U leest het in de column Leidens Ontzet van A tot Z, met dit keer als onderwerp: Louis de Boisot
In augustus 1574, vlak voordat Willem van Oranje ernstig ziek werd, verzocht Willem van Oranje admiraal Louis de Boisot een vloot samen te stellen die naar Leiden moest optrekken om de stad te ontzetten uit haar benarde situatie. Louis de Boisot werd waarschijnlijk in 1530 in Brussel geboren. Hij kwam uit een zuidelijk adellijk geslacht. Hij was onder meer heer van Ruwart. Ruwart kennen we tegenwoordig beter als het Belgische plaatsje Nijvel in de provincie Waals-Brabant zo’n 40 kilometer ten zuiden van Brussel. In 1566 was Boisot een van de edelmannen die zich aansloot bij het Verbond van Edelen, het samenwerkingsverband van edelmannen om een vuist te maken tegen het Spaanse gezag in Brussel. Vanaf dat moment is Boisot loyaal aan Willem van Oranje.
Na de komst van Alva naar de Nederlanden in 1567 nam Boisot de wijk naar het buitenland. Hij verbleef zoals heel veen vluchtelingen in de Duitse gebieden. Hij zat zelfs even gevangen in een Franse cel maar daar wist hij in 1573 uit te vluchten. Via Engeland sloot hij zich aan bij de geuzen. Hij nam aan de nodige zeeslagen deel waaronder de Slag op de Haarlemmersmeer (1573), de Slag bij de Antwerpse vesting Lillo (mei 1574), de Slag bij Fort Rammekens (aug 73) en de Slag bij Reimerswaal (jan 74) waar Boisot een oog verloor. Met al deze zeeslagen als ervaring steeg Boisot steeds verder in de pikorde. Op 4 maart 1574 benoemde Willem van Oranje hem tot luitenant-admiraal van Holland, West-Friesland en Zeeland. Op 10 september 1574 vertrok Boisot met zijn geuzenvloot in de richting van Leiden. We zullen de komende weken nog zien dat die tocht allesbehalve vlekkeloos verliep. Ondanks alle ontberingen werd Boisot ‘de held van Leiden’: hij kwam met zijn vloot op 3 oktober 1574 de stad binnen met haring en wittebrood.
Heel lang heeft Boisot niet kunnen genieten van zijn gekregen ‘geuzentitel’. De Opstand ging verder. In 1576 deden de Spanjaarden een nieuwe poging om het strategisch gelegen Zeeland te heroveren op de geuzen. Zierikzee werd daarbij ingenomen door de Spanjaarden. In een poging Zierikzee te ontzetten, sneuvelde Louis de Boisot. Het schip waarop hij voer kwam bij Borrendamme, een dorp dat in 1532 tijdens de Allerheiligenvloed onder het water was verdwenen, vast te liggen waarbij Boisot en zijn bemanning een soort schietschijf werden voor de Spanjaarden. Toen er geen houden meer aan was, sprong Boisot overboord hopend al zwemmend zijn leven te kunnen redden. Dat lukte niet. Samen met veel andere soldaten verdronk Boisot. Hij werd begraven in de abdijkerk in Middelburg.
Bron afbeelding: Portret van Louis de Boisot, Cornelis Visscher (II), 1649 – Collectie Rijksmuseum objectnummer RP-P-OB-27.409