Nieuwe bloei Leidse Textielnijverheid

Nieuwe bloei Leidse Textielnijverheid

Op 3 oktober 2024 was het 450 jaar geleden dat Leiden werd ontzet. Na de grootse viering van het Ontzet in 2024 gaat het historische verhaal verder. De Opstand tegen de Spanjaarden hield bij Leiden niet op. Wat gebeurde er met de stad, met de Nederlanden, met de hoofdpersonen en met de Opstand na 1574? U leest het in de column Leidens Ontzet van A tot Z, met dit keer als onderwerp: De Leidse textielnijverheid

De Lakenhal, pas in de 17e eeuw het ‘hoofdkwartier’ van de Leidse Lakennijverheid

Al ver voor het Beleg van Leiden was de textielnijverheid, de belangrijkste kurk waarop de Leidse economie in de 16e eeuw dreef, ter ziele gegaan. In de eerste helft van de 16e eeuw was Leiden een belangrijke textielproducent geworden, maar die nijverheid verdween in rap tempo. Vooral de aanvoer van goede Engelse wol om Leids Laken meet te maken, stagneerde waardoor de textielnijverheid het in Leiden steeds slechter kreeg. Omdat heel veel Leidenaren in die tijd direct of indirect werken in of voor de textielnijverheid verarmde en verpauperde Leiden in een hoog tempo. Een aanzienlijk deel van de inwoners van Leiden leefde aan de vooravond van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) (ver) onder de armoedegrens. Het Ontzet van Leiden bracht daar weinig verandering in. Sterker nog, door het Beleg gleden veel meer mensen af in de richting van een leven in armoede.

Pas na de Val van Antwerpen en de afgesloten Unie van Atrecht (XX) veranderde de situatie. De Unie van Atrecht was, grofweg, een samenwerkingsverband van de zuidelijke gewesten. Zij kozen er in XX voor om zich weer te scharen onder het bewind van de Spaanse koning waarmee ze ook weer katholiek werden. Calvinisten in de zuidelijke gewesten kwamen onder grote druk te staan en waren hun leven niet meer zeker. Velen van hen namen de wijk naar veiliger gebieden. Velen vertrokken in Noordelijke richting. In de Noordelijke Nederlanden, die als antwoord op de Unie van Atrecht, de unie van Utrecht hadden gesloten, konden de zuidelijke Calvinisten veel vrijer hun geloof belijden. Veel van deze zuidelijke Calvinisten kwamen in de Hollandse steden terecht, waaronder Leiden. Leiden ronselde in zuidelijke steden als Hondschote en Saint Omars deze Calvinisten met mooie en wervende verhalen over de stad in de hoop dat zo veel mogelijk zuiderlingen naar Leiden kwamen. Waarom?

De zuidelijke Calvinisten hebben aan de wieg gestaan van de nieuwe bloei van de Leidse Textielnijverheid. Vele zuidelijke Calvinisten die in leiden terecht kwamen, waren erg ervaren en bedreven in het produceren van textiel. In Leiden gingen ze hiermee verder. Zo werden ze niet alleen geloofsvluchteling, maar ook arbeidsmigrant. Leiden was toen al een stad van vluchtelingen. Dankzij hen groeide de Leidse textielnijverheid aan het eind van de 16e en de eerste helft van de 17e eeuw naar ongekende hoogten. Het gaf de stad niet alleen ongelofelijk veel rijkdom, ook hebben we belangrijk gebouwen aan de hoogtijdagen van de textielnijverheid te danken. De Lakenhal is hier een voorbeeld van. Tevens doen de nodige straatnamen nog aan de textielnijverheid van toen denken: De Wolsteeg, de ververstraat en de XX zijn hier voorbeelden van. Dat geldt ook voor de nodige Leidse achternamen die we thans nog steeds in de stad tegenkomen. Bleijie is daar een voorbeeld van. Mijn familie was calvinist en vluchteling die aan het eind van de 16e eeuw naar Leiden kwamen.

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram

Gerelateerde berichten

Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!