Cornelis Schuyt – De Leidse Bach

Cornelis Schuyt – De Leidse Bach

In de 15e eeuw kwamen de Zeven-getijdencolles op in de katholieke kerk. Uit vaak vuistdikke koorboeken zongen 12 tot 16 geestelijken zeven keer per dag gebeden. De boeken waarin de te zingen gebeden stonden lagen voor de groep musici op een lessenaar. Zo ook in de Pieterskerk in Leiden. ‘Onze’ Pieterskerk kreeg in 1440 als eerste in Nederland een Zeven-getijdencollege. De koorboeken die gebruikt werden bij het zingen van de gebeden zijn vals een van de weinigen in Nederland bewaard gebleven. De andere Koorboeken uit andere katholieke kerken in Nederland zijn allemaal tijdens de Beeldenstorm van 1566 verloren gegaan. De zes Leidse koorboeken geven een unieke inkijkje in welke muziek er in de kerk gezongen werden en welke componisten er bij hoorden. Een van deze Koorboeken is in de Lakenhal te zien, de andere vijf liggen veilig opgeborgen in het Gemeente Archief.

Cornelis Schuyt (toen nog geschreven als Schuijt) in het Concertgebouw

Wanneer we het over beroemde componisten hebben, dan denken wij vaak aan Bach, Mozart en Beethoven. Terecht want ‘deze grote drie’ hebben baanbrekend werk gecomponeerd wat tot op de dag van vandaag nog steeds in menig concertgebouw te horen is. De klassieke componisten die vandaag de dag te horen zijn op Radio4 of Classic FM zijn  vaak componisten van na 1600. Bach bijvoorbeeld werd in 1685 geboren in Eisenach, Mozart in 1756 in Salzburg. Wellicht is het beetje vloeken in de kerk maar er zijn weinig Nederlandse componisten die in de top 50 van grootste componisten allertijden staan. Zeker niet van voor 1600. Toch is er een vroege componist, van voor 1600, uit Leiden afkomstig: Cornelis Schuyt. In Leiden-Zuidwest is er een straat naar hem vernoemd. Schuyt werd in 1557 in Leiden geboren. Muziek maken had hij niet van een vreemde., Zijn vader was organist in de Pieterskerk. Wie wet heeft hij het Zeven-getijdencollege aan het werk gezien. Cornelis Schuyt in ieder geval niet. Hij was 9 toen de Beeldenstorm over de Nederlanden raasde. Niet alleen werden nagenoeg alle katholieke gebouwen gesloopt, tevens verdween het katholicisme en de gebruiken in de katholieke kerk naar de achtergrond.

Daniel Heynsius

In 1593 werd Cornelis Schuyt net als zijn vader organist in de Pieterskerk èn de Hooglandse Kerk. Beiden kerken waren overgegaan naar het Calvinisme. Geen uiterlijk vertoon meer in deze kerken maar soberheid dat het Calvinisme kenmerkt. Het bespelen van het orgel gebeurde niet tijdens de kerkdiensten. De soberheid van het Calvinisme verbood het maken van muziek tijdens de kerkdienst. Buiten de kerkdiensten om was er wel muziek te horen, vooral orgelmuziek met vader en zoon Schuyt dus als organisten.  Schuyt trad ook in dienst van de gemeente. Hij werd onder andere beiaard ofwel het bespeler van het carillon van onder meer het Stadhuis. Tevens gaf Schuyt muziekles aan de meest getalenteerde Leidenaren, vooral die van de cantorij (een kerkelijk koor).

Cornelis Schuyt schreef drie zogenaamde Madrigalen ofwel een kort meerstemmig lied voor een groep zangers, al dan niet met begeleiding. Meestal is een madrigaal een muzikale vorm van een gedicht. De derde bundel waren madrigalen van werken van dichter Daniel Heynsius. De titel van deze bundel is Hymeneo, overo Madrigali nuptiali et altri amorosi uit 1611. Schuyt heeft wel indruk gemaakt met de werken die hij componeerde. Niet alleen zijn er in Leiden en in Amsterdam straten naar hem vernoemd, tevens is zijn naam opgenomen op de wand van de Grote Zaal in het concertgebouw van Amsterdam. Als klap op de vuurpijl is ook in de Leidse Stadsgehoorzaal een zaal vernoemd naar Cornelis Schuyt.

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!