De geschiedenis van Leiden is op Amsterdam na de rijkst gevulde geschiedenis van Holland. Toch is die geschiedenis lang niet altijd bekend. In de column Plaatsen van Herinnering neemt Leidenaar en historicus Joost Bleijie u wekelijks mee naar een plek in Leiden waar een bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden of naar een plek waar een beroemde historische Leidenaar gewoond of gewerkt heeft. Deze week zitten we in de Late Middeleeuwen (1000-1500). Plaats van Herinnering: Commandorijpoort – De Duitse Orde.
In de 12e eeuw was Leiden gegroeid van een nederzetting met 2 hoeves (Leithon) naar een bescheiden stadje dat het woonhuis van de graaf op haar grondgebied had staan. Tevens was er de Burcht, buiten de oude stad weliswaar, met een bijzonder persoon die zeggenschap over de Burcht en het grondgebied eromheen: de Burggraaf. In 1229 kocht graaf Floris IV het Binnenhof in Den Haag om daar een woonhuis te bouwen. Dat werd het Binnenhof zoals we dat nu nog steeds kennen. Kennelijk was de graaf het zat om telkens tussen verschillende woonhuizen te moeten pendelen en dus nam het hij het Binnenhof aan als permanente plek om te wonen. Zijn woonhuis en zijn vluchttoren in Leiden, respectievelijk het Huize Lokhorst en het Gravensteen verloren hierdoor hun functie.
Ook het grafelijke kappelletje naast het Gravensteen merkte de gevolgen van het permanente vertrek van de graaf van Holland uit Leiden. In 1268 gaf graaf Floris V, die in Leiden was geboren maar ook aan het Binnenhof ging wonen, het zogenaamde patronaatsrecht van de Pieterskerk aan de Duitse Orde. Het Patronaatsrecht gaf de graaf, en later dus de Duitse Orde, het recht om twee priesters in de Pieterskerk te benoemen. Op die manier kon de graaf controle houden over het reilen en zijlen in de Pieterskerk. In 1268 ging dat recht dus over naar de leden van de Duitse Orde. De commandeur van de Duitse orde kreeg een eigen woning op het Gravenhof: de Commanderij geheten. Om die reden kennen we in Leiden nog de Commandorijpoort, een poortje in de Herensteeg schuin tegenover de Salomonsteeg.
De Duitse Orde was een ridderorde die in de 12e eeuw overal in Europa ontstonden. Het waren gemeenschappen van monniken die de door de katholieke kerk in Rome en de Paus opgestelde regels met hand en tand wilden verdedigen. De ridders van de Duitse Orde grepen regelmatig naar de wapenen om het gezag van de Paus te herstellen. De Duitse Orde was ontstaan tijdens de Derde Kruistocht (1189-1192). De ridders van de Duitse Orde trokken met de nodige Europese vorsten in de richting van het Heilige Land en Jeruzalem in het bijzonder om dit te heroveren op Sultan Saladin. Deze Kruistocht werd overigens geen succes. De in noord-Israël liggende steden Akko, Arsoef en Jaffa werden nog wel ingenomen maar Jeruzalem werd nooit bereikt. Toen Jeruzalem bijna bereikt was, werd er vrede gesloten met de Sultan. Het grootste deel van de soldaten die aan de kruistocht meededen waren toen al naar huis gegaan.