De duiven van de familie Speelman

De duiven van de familie Speelman

In een steeds hermetischer gesloten stad was het lastig communiceren met de buitenwereld. In het begin van het Beleg was het brengen of ontvangen van een boodschap van en naar de stad nog best eenvoudig. In de zomer van 1574 werd dat vanwege de Spaanse belegering steeds lastiger. De Spanjaarden controleerden alle toegangswegen en ze lieten niemand meer de stad in en uit gaan. Toen de stad in een (achteraf) cruciale fase terecht kwam, droogde de informatievoorziening op. Informatie, goed of fout, was van levensbelang voor de Leidenaren. Niet alleen werden ze op de hoogte gehouden van de vorderingen van het ontzet (vorderingen die er in de zomer nauwelijks waren), tevens was informatie van buiten voor de geïsoleerde Leidenaren goed voor het moraal. Het was een teken van leven van buiten de stad. Door het ontvangen van informatie van buiten de stad kregen de Leidenaren bovendien weer hoop op een goede afloop en dus wilden de meesten nog wel even op de tanden bijten en de poorten gesloten houden.

Het gekregen wapen van de familie Speelman op Rapenburg 94

Communicatie ging in 1574 uiteraard nog niet via de smartphone, laat staan de TV, de radio, internet of kranten. Het ging via brieven en briefjes die door bodes van en naar Leiden werden gebracht. Vanwege de belegering werd het voor de bodes steeds moeilijker om de stad te bereiken. In september 1574 ging men dan ook over tot een manier van communiceren die wij thans achterhaald en enorm ouderwets zouden noemen namelijk communiceren via postduiven. De familie Speelman die woonachtig was aan het Rapenburg, bleken over verrassend accurate postduiven te beschikken die vrij nauwkeurig en vrij snel informatie weer de stad in brachten. Deze duiven en de duivenpost werd cruciaal tijdens de laatste maand van het Beleg. Zo cruciaal dat het stadsbestuur overging tot instellen van een verbod op het schieten van duiven. Toen de honger toesloeg was zo’n duivenboutje ook een heerlijke lunch of tussendoortje natuurlijk, maar het schieten van de gevederde vrienden werd nadrukkelijk door de stad verboden. Het zou zo maar eens kunnen zijn dat je met het schieten van een duif een cruciale communicatielijn doorbrak.

De familie Speelman werd na het Ontzet van de stad bedankt voor bewezen diensten. Ze kregen een nieuwe adellijke achternaam namelijk Van Duivenbode, een naam die je nog steeds wel veel in Leiden tegenkomt, en ze kregen een familiewapen. Dat wapen is nog ingemetseld in de muur van hun woonhuis aan het Rapenburg nummer 94 te zien. De duiven van de familie Speelman hadden minder geluk. Die werden al snel na het Ontzet opgezet en hebben volgens de overleveringen eeuwenlang op de kamer van de burgemeester gestaan. Tot die kamer inclusief de duiven in 1929 door de beroemde stadhuisbrand werd verwoest.

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram