Het is een statig pand in een rij panden die allen net zo statig zijn als nummer 12. Het is niet lastig om voor te stellen dat de bestuurlijke elite van Nederland op deze plek woonde. Niet alleen ‘op stand’ zoals dat heet, maar ook dicht bij het bestuur van Nederland. Wie voor het pand staat en zich omdraait ziet aan de overkant van de Hofvijver het Binnenhof. Sinds jaar en dag is daar ’s lands bestuur gevestigd. Links van het Binnenhof is onder de imposante skyline van Den Haag het Torentje zichtbaar. De werkplek van de premier van Nederland steekt schril af bij de kantoorkolossen die op achtergrond tot in de hemel reiken. De Lange Vijverberg ligt, zo blijkt, op een steenworp afstand van het centrum van de Nederlandse macht. In dit pand huist momenteel de Georgische Ambassade.
Gaan we verder de geschiedenis van het pand in, dan zien we dat nummer 12 een aantal illustere bewoners heeft gehad. Een van de bekendste, zeker voor Leidenaren, is de man die in het najaar van 1573 zijn intrek nam in het pand: de Spaanse Veldheer Francisco de Valdés. Nadat de Spaanse troepen op 8 oktober 1573 bij Alkmaar afdropen en zich in de richting van het zuiden begaven, nam Valdés niet net zoals zijn soldaten zijn intrek in een vochtige en kille schans, maar in het verderop in Den Haag gelegen pand aan de Lange Vijverberg. Van hieruit zou Valdés de troepen die eind oktober 1573 aan de belegering van Leiden begonnen aansturen. Valdés in 1511 of 1512 geboren in het Spaanse Gijón was van eenvoudige komaf. Als trouwe vazal van de Hertog van Alva kwam hij mee naar de Nederlanden om daar de opstandige steden op de knieën te dwingen. Bij Alkmaar lukte dat dus niet. Bij Leiden kreeg Valdés eind 1573 een nieuwe kans.