Het Pomonapad – De oudste sporen van bewoning

Het Pomonapad – De oudste sporen van bewoning

De geschiedenis van Leiden is op Amsterdam na de rijkst gevulde geschiedenis van Holland. Toch is die geschiedenis lang niet altijd bekend. In de column Plaatsen van Herinnering neemt Leidenaar en historicus Joost Bleijie u wekelijks mee naar een plek in Leiden waar een bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden of naar een plek waar een beroemde historische Leidenaar gewoond of gewerkt heeft. Deze week in Leidse Plaatsen van Herinnering: Het Pomonapad

Het Pomonapad

Vraag een willekeurige Leidenaar iets over het Pomonapad en de schouders worden opgehaald. Waarschijnlijk kunnen niet heel veel Leidenaren het Pomonapad op de kaart aanwijzen, laat staan de historische waarde van het pad kunnen benoemen. Het Pomonapad is een wandelpad dat de Nachtegaallaan in de Vogelwijk met de Blauwe Vogelweg en het daarachter gelegen Bos van Bosman met elkaar verbindt. Het Pomonapad is een typisch wandelpad met gemalen schelpen en aan weerszijden een slootje met brandnetels en begroeiing dat in veel meer Leidse en Nederlandse parken te vinden is. Van de historische waarde van het pad is niets te zien. Die waarde ligt namelijk diep onder het schelpenpaadje verscholen. “De oudste sporen van bewoning op Leids grondgebied zijn gevonden tussen de Rijnsburger- en Wassenaarseweg” zo valt te lezen in de inleidende tekst van de Historische Canon van Leiden uit 2008.  “Op de oude strandwal van Pomona stond een akkerbouwcomplex uit de late steentijd (2000 v. Chr).” Hier, onder het Pomonapad liggen de sporen van de oudste bewoning van Leiden. Sporen van de eerste Leidenaars.

Bouwactiviteiten

In 2003 is er vanwege de verbouwing van de aan het Pomonapad gelegen Mytylschool inventariserend veldonderzoek gedaan. Er zijn twee gaten in de grond geboord waarna er gekeken werd naar de archeologische waarde van de grond. Zowel de zandafzetting als de resten die gevonden werden, duiden op bewoning. Hele vroege bewoning wel te verstaan. Er zijn fragmentjes aardewerk en een spinklosje van aardewerk gevonden. De vondsten komen vrijwel allemaal uit de late Steentijd (+/- 2000 v.Chr.) Uit die tijd is het bekend dat er mensen woonden op de oude strandwallen. Niet alleen in de monding van de Rijn maar ook in de zuidelijker gelegen Maasmond. In de Hollandse rivierdelta dus. De kans dat de bewoners zich ook al Leidenaar voelden is echter heel klein. Niet alleen weten we erg weinig over de bewoners van toen, ook een nederzetting genaamd Leiden was er nog lang niet. De mensen die in dit afgelegen gebied woonden, waren waarschijnlijk akkerbouwers. De bewoners vochten veelvuldig tegen het steeds terugkerende water van de Rijn en de Noordzee. Op de oude, wat hoger gelegen strandwallen waren ze echter relatief veilig. Hoger gelegen delen overstroomden minder vaak. Hoeveel mensen er woonden en of ze contact met elkaar hadden is niet bekend. Met enig fantasie kunnen we deze bewoners wel de eerste ‘Leidenaren’ noemen. Van eerdere bewoning is namelijk geen sprake, tenzij de bodem deze schatten nog niet heeft prijsgegeven.

Deel dit bericht:
Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Telegram
Pre-order het boek:
De geschiedenis van Leiden!