De geschiedenis van Leiden is op Amsterdam na de rijkst gevulde geschiedenis van Holland. Toch is die geschiedenis lang niet altijd bekend. In de column Plaatsen van Herinnering neemt Leidenaar en historicus Joost Bleijie u wekelijks mee naar een plek in Leiden waar een bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden of naar een plek waar een beroemde historische Leidenaar gewoond of gewerkt heeft. Deze week in Leidse Plaatsen van Herinnering: Het Stevenspark
Het Stevenspark op een grauwe vrijdag in januari
De Leidse woonwijken Stevenshof en Merenwijk hebben in de volksmond altijd een bijzondere bijklank. De blik die iemand toegeworpen krijgt wanneer hij of zij zegt in de Merenwijk of de Stevenshof te wonen, zit in tussen neerbuigend en meelijwekkend. De vraag “waarom de Merenwijk?” of “Hoe ben jij in de Stevenshof beland?” blijft gelukkig steeds vaker achterwege. Wel het oude en vertrouwde ‘ik kan nooit de weg vinden in de Stevenshof (of Merenwijk)” klinkt nog regelmatig. Als Merenwijkbewoner kan ik slechts zeggen dat het fijn wonen is in deze wijk. Waar de Merenwijk in de jaren ‘70 gebouwd is om aan de steeds verder groeiende vraag naar eengezinswoningen te voldoen, is de Stevenshof dat in de jaren ’80. Voordat de wijk gebouwd kon worden is er eerst archeologisch onderzoek gedaan. Met een verrassend resultaat. Onder het huidige Stevenspark zijn resten van bewoners uit de IJzertijd gevonden. Het gaat hier grofweg om de periode 700-300 voor Christus. Kennelijk zijn de bewoners die zich in de Steentijd in de monding van de Rijn gevestigd hebben blijven hangen.
Stevenspark
Bij het bouwrijp maken van de Stevenshofjespolder in het begin van de jaren ’80 van de 20e eeuw is er het nodige gevonden in de bodem dat op bewoning in de het midden van de IJzertijd duidt. De vondsten zijn voor archeologen spectaculair te noemen. De gewone leek zou het meer zien als een paar scherven van aardewerken potten en wat verkleuringen in de bodem. Toch duidt de manier van het bakken van de gevonden fragmenten van het aardwerk op bewoning in de IJzertijd. Bij de aanleg van de Corbulotunnel als onderdeel van de Rijnlandroute zij er tijdens bodemonderzoek eveneens resten uit de IJzertijd gevonden. Heel veel weten we echter niet over de toenmalige bewoners. De vondsten die gedaan zijn, zijn vondsten uit de zogenaamde prehistorie. Ofwel het deel van de geschiedenis van de mens op aarde dat gekenmerkt wordt door het ontbreken van geschreven bronnen. Het is dus een beetje gissen hoe de bewoners er precies uitzagen, hoe ze in hun levensonderhoud voorzagen en hoe ze met elkaar of met mensen van buitenaf communiceerden. Het enige dat we weten is dat er sporen van (permanente) bewoning zijn gevonden in de grond onder het Stevenspark. Wat we wel weten is dat de bewoners van toen zich geen Leidenaar noemden. Het zou nog grofweg 1500 jaar duren voordat Leiden voor het eerst in de geschreven bronnen voor komt.
Geschiedenisvanleiden@gmail.com
Social Media: @geschiedenisvanleiden
